Rijtips
Als u beslist om op gladde wegen te rijden, gebruik dan de onderstaande tips om veilig van A naar B te gaan.
Houd zo veel mogelijk afstand tussen u en uw voorligger. Dat kan tot tien keer meer zijn dan wat u zou doen als u op een droog wegdek rijdt. Als de remweg bij 50 km/h 23 meter bedraagt op een normale zonnige dag, dan is dat ten minste 230 meter bij dezelfde snelheid op ijs.
Als u op een gladde plek terechtkomt en u begint te slippen, stuur dan in de richting waarin de achterkant van uw voertuig glijdt. Als de achterkant van uw auto in de richting van uw rechter schouder glijdt, draai dan uw stuur naar rechts. Als de achterkant in de richting van uw linker schouder glijdt, stuur dan naar links. Laat uw stuur niet los en druk niet hard op het rempedaal, want daardoor kunnen de wielen geblokkeerd raken.
Koud weer kan gepaard gaan met hagel. Dat kan de zichtbaarheid beperken. Als u een veilige plek vindt om te stoppen, doe dat dan. Ideaal is dat een overdekte plek, zoals bijvoorbeeld onder een brug. Parkeer uw auto tegen de hagel in, zodat uw voorruit de grootste krachten opvangt en niet de zijruiten of de achterruit. Uw voorruit kan u beter beschermen dan de andere ruiten. Wacht tot de hagelbui voorbij is, voordat u weer vertrekt.
Het is altijd goed om een opgeladen mobiele telefoon bij te hebben, opdat u iemand kunt waarschuwen als uw voertuig defect is.