Onderweg
- Leren rijden in de sneeuw heeft veel te maken met gezond verstand. Zelfs met de beste winterbanden dient u rekening te houden met een langere remweg dan in droge omstandigheden. Houd dus een ruime afstand tussen u en uw voorligger (tot 10 x de aanbevolen normale afstand), opdat u voldoende tijd hebt om te stoppen en te sturen.
- Voorkom situaties waarbij de wielen gaan spinnen, omdat u zo vast kunt komen te zitten. Trek zachtjes op in een laag toerental en schakel zo snel mogelijk naar een hogere versnelling. In de tweede versnelling vertrekken kan ook voorkomen dat de wielen gaan spinnen.
- Alles moet zacht en langzaam gebeuren: remmen, sturen, versnellen en zelfs schakelen.
- Indien u over dagrijverlichting beschikt, schakel die dan in, opdat andere bestuurders u gemakkelijker opmerken in de sneeuw. In bepaalde Europese landen is dit verplicht, in andere is het aanbevolen. Controleer de lokaal geldende wettelijke voorschriften.
- Als u achter andere voertuigen rijdt op een onbestrooide weg, rijdt u beter op de verse sneeuw dan in de sporen van uw voorliggers. De samengedrukte sneeuw in de sporen is gladder dan de verse sneeuw.
- Als u slipt, stuur dan in de richting waarin u slipt. Als de achterkant van uw voertuig naar rechts glijdt, stuur dan naar rechts. Houd uw handen op het stuur en duw niet bruusk op het rempedaal.