You are currently at our Netherlands website. We also offer a wide range of products with direct customer service in many locations worldwide.
All locations

Rijden in sneeuw

Tips voor autorijden in de winter

Sneeuwbalgevechten, sneeuwmannen maken, sleeën … als het sneeuwt, voelen wij ons allemaal weer een beetje kind. Achter het stuur worden wij echter wel geconfronteerd met een aantal moeilijkheden. Maar als u weet hoe u in de sneeuw moet rijden, kunt u zich veilig en vlot verplaatsen.


Voor u vertrekt

  • Let op uw schoeisel. De zolen van of schoenen moeten schoon en droog zijn, zodat uw voeten niet van de pedalen glijden.
  • Controleer of de bandenspanning correct is.
  • De profieldiepte van uw banden is bijzonder belangrijk in sneeuw. Zorg dat u voldoet aan de lokaal geldende wettelijke voorschriften over winter- of 4 seizoenenbanden en/of sneeuwkettingen. Onze nieuwe banden hebben een profieldiepte van 8 mm. In veel landen schrijft de wet voor dat banden moeten worden vervangen bij een profieldiepte van 1,6 mm. Verwijder altijd sneeuw en ijs van alle ruiten, spiegels en lampen. Gebruik indien nodig lauw water of een ontdooispray. Gebruik nooit kokend water, want dat kan kunststof en rubberen onderdelen doen smelten en elektrische uitrusting beschadigen.
  • Verwijder sneeuw van het dak van uw voertuig. Anders kunt u gehinderd worden door sneeuwophoping op uw voorruit wanneer u plots remt.
  • Zorg ervoor dat het reservoir voor ruitenwisservloeistof gevuld is en dat er voldoende antivries in zit.
  • Controleer of de ruitenwissers schoon en in goede staat zijn en schakel ze pas in nadat u uw voorruit hebt vrijgemaakt.
  • Zorg voor een winterse noodkit (warme dekens, zand, snacks, een sneeuwschep enz.) en neem eventueel sneeuwkettingen, sneeuwsokken of zelfs gewoon een stuk tapijt mee om onder de aangedreven wielen te leggen om grip te krijgen als u komt vast te zitten.

Voor meer informatie kan u het artikel ‘Wat als u vastzit in de sneeuw’ lezen. 




Rijden in sneeuw

  1. Als u winterbanden gebruikt, zorg er dan voor dat de profieldiepte minstens 1.6 mm bedraagt (de wettelijke minimum).
  2. Controleer uw banden, de ruitenwisservloeistof en de ruitenwisserbladen.
  3. Verwijder alle sneeuw en ijs van uw voertuig.
  4. Zorg voor een winterse noodkit.
  5. Rijd langzaam en voorkom bruuske bewegingen.
  6. Houd een ruime afstand tussen u en uw voorligger.
  7. Houd het toerental laag en rijd in een hoge versnelling.
  8. Gebruik de dagrijverlichting.
Uniroyal Braking Distance-tread Comparison EN Graphic *Test conditions: 205/55 R16 91H , ContiWinterContactTM TS 830, VW Golf V, braking on snow, from 50km/h to 0 km/h (status: 2013). The graphics shown here are for illustration purposes only. The braking distance of a vehicle depends on its type, its age, the brakes and the tyres used, as well as the road surface (Source: Continental Reifen Deutschland GmbH). Tyre pressure in relation to the vehicle manufacturer's recommendation (Source: Continental Reifen Deutschland GmbH).

Onderweg

  • Leren rijden in de sneeuw heeft veel te maken met gezond verstand. Zelfs met de beste winterbanden dient u rekening te houden met een langere remweg dan in droge omstandigheden. Houd dus een ruime afstand tussen u en uw voorligger (tot 10 x de aanbevolen normale afstand), opdat u voldoende tijd hebt om te stoppen en te sturen.
  • Voorkom situaties waarbij de wielen gaan spinnen, omdat u zo vast kunt komen te zitten. Trek zachtjes op in een laag toerental en schakel zo snel mogelijk naar een hogere versnelling. In de tweede versnelling vertrekken kan ook voorkomen dat de wielen gaan spinnen.
  • Alles moet zacht en langzaam gebeuren: remmen, sturen, versnellen en zelfs schakelen.
  • Indien u over dagrijverlichting beschikt, schakel die dan in, opdat andere bestuurders u gemakkelijker opmerken in de sneeuw. In bepaalde Europese landen is dit verplicht, in andere is het aanbevolen. Controleer de lokaal geldende wettelijke voorschriften.
  • Als u achter andere voertuigen rijdt op een onbestrooide weg, rijdt u beter op de verse sneeuw dan in de sporen van uw voorliggers. De samengedrukte sneeuw in de sporen is gladder dan de verse sneeuw.
  • Als u slipt, stuur dan in de richting waarin u slipt. Als de achterkant van uw voertuig naar rechts glijdt, stuur dan naar rechts. Houd uw handen op het stuur en duw niet bruusk op het rempedaal.

Related Topics