Een ander misverstand is dat u al bij de eerste tekenen van mist uw mistlampen moet inschakelen. Dit is echter hinderlijk voor uw achterliggers. Schakel uw mistlampen pas in als de zichtbaarheid beperkt is tot minder dan 100 m. Doe een test en controleer of u de bumper van uw voorligger kunt zien. Is dit het geval, dan dient u uw mistlampen uit te laten. Als de bumper daarentegen niet kunt zien, dan is het tijd om uw mistlampen in te schakelen. Sommige auto’s hebben ook vooraan mistlampen. Voor het gebruik hiervan gelden dezelfde regels als voor de achtermistlampen.
Uw mistlampen werken overigens alleen in combinatie met het dimlicht.
Houd er rekening mee dat mistlampen zeer sterk zijn en een risico kunnen vormen voor andere bestuurders, indien ze niet correct worden gebruikt. Waar de mist verdwijnt, ook al is dat maar tijdelijk, moet u uw mistlampen direct weer uitschakelen.
Let ook op wat zich in uw auto afspeelt. Door de mist kan zich condens vormen op de autoruiten, waardoor uw zicht nog meer wordt beperkt. Schakel daarom de verwarming van de voor- en achterruit in, om de condens te verwijderen. Soms is het ook een goed idee om het raam een beetje te openen. Dat helpt niet alleen tegen condensvorming, maar laat u ook beter horen wat er rond u gebeurt, zodat de beperkte zichtbaarheid toch enigszins wordt gecompenseerd. Om dezelfde reden raden wij u aan om de radio uit te zetten.
De stopafstand is belangrijk in de mist, omdat bestuurders soms plots remmen. Hoewel het aanlokkelijk is om dicht achter uw voorligger te rijden, zodat u zich beter kunt oriënteren, dient u te voorkomen dat u botst, als die bestuurder onverwacht remt. Als uw achterligger te dicht nadert, is het veiliger om even aan de kant te gaan en hem voorbij te laten.
Let op uw snelheid. Zonder goed zicht op de omgeving verliest u gemakkelijk uit het oog hoe snel u rijdt. Rijd met een constante snelheid – wat trager dan normaal, maar niet gevaarlijk traag – en let op voor stilstaande hindernissen die u op elk moment plots kunt tegenkomen.
Let tot slot ook op de temperatuur. Nevel en mist creëren een licht vochtige laag op het wegdek. Wanneer de temperatuur daalt, kan die laag bevriezen: wees dus extra voorzichtig bij koud en mistig weer.